Senor Urh is best known for his stints as the leading light of raucous garage rebels such as Ultra 5 and Zero Child, New York heathen rocker types who managed to bridge the worlds of camp and the Cramps with the Detroit-dirge of the Stooges. This outing finds him personal and lo-fi, using basement tape possibilities to explore Jeffrey Lee Pierce landscapes of mutant blues punk, esoteric ramblings, and haunted hootenannies.
“Iron City Blues” is a crunchy, layered cocoon of mystic words about suns, moons, and industrial landscapes set to churning guitar, restrained earthy vocals, rattling shakers, and interwoven solos.
“Ramblin Man” comes on slow and poetic, like a noir nightscape at first, with a tambourine setting the minimal Velvet Underground pace, though eventually a free jazz slide guitar seems to stir at the end.
The acoustic art shroud of “Black Black Widow” is humid and gothic – imagine Nick Cave on Quaaludes recounting the folklore of spiders on a ratty porch in Mississippi.
Some 1960’s garage rock underlines “Zombi-fied,” revealing Urh’s taste for the 13th Floor Elevators and Link Wray, mixed with an equal love for mondo horror movies.
“There She Is” sounds like a spare, kitchen sink love poem stolen from the mid-1960’s Rolling Stones, before psychedelia sideswiped them.
Other standouts include the bareboned “Boom Boom A Zoom Zoom,” with its lingering swampiness and lurid New Orleans swaying, and the stream-of-consciousness “No Matter What,” which reveals that his “heart’s cut out.” Then he offers the slow, meandering “I’m Sick,” which strips down into casual carnality (“I’m sick, how about you?”).
Though this all might be a different musical face than the Au Go Go punk of the Ultra 5 and the New York dirty boulevard voodoo of Zero Child, the album is naked, candid, and raw – both vulnerable and quietly volatile.
Left Of The Dial Online music magazine (19/11/2008)
———————————————————————————————
“Psycho garage is what he calls his music himself, but I rather have the feeling the devil took possession of him. I refer to Jeffrey Lee Pierce, or Robert Johnson, and the connoisseur needn’t know more”. (translated excerpt)
Ewie, FileUnder (NL) (23/02/2008)
———————————————————————————————
(translated excerpt) “That Bob Urh & The Bare Bones manage to make such a leap forwards, without wandering off too far from what they already achieved with Hoodoo Garage, is slightly fantastic”.
“Wat harder klinkt, rockt harder.” Niet als het van Bob Urh & The Bare Bones afhangt. Na het enerzijds rockende, maar anderzijds eveneens naar minimalisme neigende Hoodoo Garage gaan Urh en zijn begeleidende band met Swamp O Delic immers nog meer de minimalistische toer op, om met een plaat te eindigen waar enkel geoefende luisteraars nog van kunnen genieten.
Wie graag platen met echte liedjes beluistert, laat Swamp O Delic best links liggen. Waar er op Bob Urh & The Bare Bones’ voorganger Hoodoo Garage nog wel een paar klassieke nummers — weliswaar in een lofi productie — te beluisteren vielen, tokkelt Urh er nu met Swamp O Delic immers gewoon in alle vrijheid op los, om sporadisch eens een refreintje te zingen of om af en toe zijn mondharmonica boven te halen. Bob Urh & The Bare Bones klinkt vandaag weliswaar nog altijd als pure rock-’n-roll, maar het vergt toch een twintigtal luisterbeurten vooraleer men in Urhs nieuwste woestijn van geluid parels begint te ontdekken.
Het ietwat haperende “Iron City Blues” maakt al meteen duidelijk dat Swamp O Delic geen ordinaire opvolger van Hoodoo Garage is: met een funky, maar verre van melodische gitaar en zijn eigen parlando’s brengt Urh een tergend traag, maar bijzonder nummer dat zich niet bij een eerste beluistering ten volle laat smaken. Het nummer bezweert echter wel met zijn ongepolijste karakter en verraadt dat Swamp O Delic volledig analoog is opgenomen.
Het instrumentale “Ramblin Man/Boom Boom A Zoom Zoom” borduurt hier op verder: het lijkt niet alsof je naar een plaat aan het luisteren bent, maar alsof er iemand bij je op de sofa zit en op je gitaar zit te tokkelen na een kleine overdosis Limoncello. Van een productie lijkt er bijgevolg nergens sprake. De enige wetmatigheid lijkt dat Urhs muziek alle mogelijke richtingen uitstuit. Dat gebeurt bijvoorbeeld met een Spaanse gitaar in “The Heart” en een minimalistische piano in “Ramblin Man”.
Schijn bedriegt echter, want ofschoon Urh een hoop kunstjes uithaalt, bewandelt hij met Swamp O Delic minder dan met Hoodoo Garage het pad van zijn grote voorbeelden en meer zijn eigen pad. Waar er op Hoodoo Garage nog wel eens een rechtstreekse verwijzing naar Bob Dylan, Lou Reed of Johnny Cash te horen was, daar brengt Urh met zijn nieuwe plaat immers vooral zijn eigen eerlijke bluesverhaal. Dat zorgt ervoor dat deze een meer eigen karakter krijgt.
Dat hij daarbij nog steeds het occulte met punk in harmonie tracht te brengen, juichen wij toe. Het gaf Urh op Hoodoo Garage reeds het ruige gestalte van een rock-’n-roll grafdelver en hier is hij met nummers als “Dark Punk Maya”, “The Bones Walk” en “I’m Sick” ook helemaal terug. Dat hij zijn muziek bovendien met psychedelica in de geest van The Velvet Underground weet te verrijken (“The Heart (Electric)”), is een smakelijke kers op de taart.
Dat Bob Urh & The Bare Bones een dergelijke vooruitgang kan maken zonder toch teveel af te wijken van wat met Hoodoo Garage reeds bereikt werd, is lichtjes fantastisch: het combo toont immers hoe het mogelijk is om relevant te blijven zonder al te grote hoeken van 180° te moeten maken. En is dat net, in een tijd met zo’n massief muziekaanbod, geen haast onmogelijke opgave?
———————————————————————————————
(translated excerpt) “It’ll be clear why the band is named Bare Bones, since each track has been stripped down to the bone, which leads to a fascinating result”.
Joost Jan Meertens, Planet Trash (Netherlands) (22/01/2008).
———————————————————————————————
“Projet personnel et manifestement pourvus d’amour, avec “Swamp O Delic”, on lorgne manifestement vers de la folk rock tout en trempant dans une ambiance bluesy. Enfin, “Swamp O Delic” entretient un climat de bonne ambiance avec quelques titres dont les mélodies se gravent à jamais dans nos esprits, je veux parler de “Iron City BluesH, le très lugubre “The heart” et sa belle ligne mélodique sur le refrain ou encore les plus chargés en émotions “No Matter What” et le sulfureux “Black Black Widow” qui à lui seul résume le style de Bob Urch ! Le combo adresse bien sûr quelques clins d’oeil à d’autres tyles comme la pop ou le cajun, styles qui évoluent sur un axe minimaliste et qui apportent cette fraîcheur à tous les titres. Alors si “Swamp O delic” ne connaîtra pas les foudres des grands alnums studio du genre, il est certains que les fans trouverons dans ces 15 titres, suffisament d’émotions pour porter ce disque à un haut niveau”.
Underground Society webzine (France)
———————————————————————————————
“Raw as hell, the garage blues, country twang of Bob Uhr and the Bare Bones are primitive and visceral, sounding far better when turned up really fucking loud. On his latest album “Swamp O Delic”, bob roars through 15 distorted stompers and howling laments including the cramps-like “Zombie-fied” and a heart of darkness cover of “Rambling Man”. One for those almost empty bottle moments, a glorious reminder of the spirit of rock and roll”.
Terrascope magazine (UK)
———————————————————————————————
“If Hazel Adkins was alive, Swamp-O-Delic is one cd he would be proud of. I sure am”.
jimi imij., Ohio Hystorical Musick Society web site! (USA)
———————————————————————————————
“United States’ garage-punk-blues icon Bob Urh (ex The Ultra 5) outstanding new album. Something between Robert Johnson, Velvet Underground, Johnny Thunders and the Rolling Stones’ “Exile On Main Street. Add to that mix some voodoo vibe and you get the picture. One of the finest records to come out lately from an underground hero”.
No Fun records (USA)
———————————————————————————————
“Album davvero particolare di un tipo particolare, Bob Urh, americano alle prese con una chitarra e poco altro, pubblicato da un’etichetta greca, questo è il bello (troppo è il brutto) della globalizzazione. Musica malinconica, maledetta, un deserto che beve whisky mentre uno scorpione ascolta i White Stripes, aspettando l’anima del coyote. Mr. Urh definisce swap – o – delic il suo suono, e non gli si può dare torto. Tutto è distorto in nuce, e la chitarra diventa voce e la voce strumento. Bob Urh è solo, ma tanti spiriti girano vicino a lui, e cantano con lui. è un cd molto particolare, è blues malato, a volte le canzoni si perdono nell’aria e sembra di vedere un uomo con la sua chitarra, perso nel rito voodoo di un altro tramonto da conquistare”.
Massi, In Your Eye e-zine (Italy) (20/09/2008).
———————————————————————————————
“Bob Urh is een bluesman uit Cleveland, Ohio met een verleden in arty punkbands Ragged Bags, Ultra 5, Zero Child en Lone Wolves. Teveel speed, een verhuis via Kent naar New York en het aanschouwen van Richard Hell die poëzie voordroeg, deden Bob opschuiven richting blues en country. Bob Urh & The Bare Bones is een wisselend collectief, met als enige constante Bob Urh zelf. Meestal een éénmansband maar als de nood er is met zoveel medestanders als nodig, schuimt Bob de wereld af. Op ‘Swamp O Delic’ staan dertien eigen nummers en twee covers van Hank Williams, samen goed voor rustig voortkabbelende liedjes die het goed zullen doen op een klein podium in een kleine kroeg maar via de stereo of koptelefoon toch wat mankementen vertonen. Geen van de nummers imponeert, de plaat blijft hardnekkig op de achtergrond. Van een man met zoveel ervaring hadden we toch iets meer urgentie verwacht. Misschien is de plaat die eerstdaags uitkomt op Basement Blues records van Zero Child interessanter”.
Patrick Bruneel, Gonzo Circus magazine (Belgium) (19 aug 2008)
———————————————————————————————
“Blue-eyed boy Mr .Bob Urh the boss of Ultra 5 / Zero Child & alternative bands based not far away Dowtown N.Y.city still emerge to Garage underground with new Cd. THE Bones walk & grow with voodoo experiences … this album must be the border between The early obscur V.U. trend & electric-acoustic Chicago music ‘spirit. A real bargain to dig the essential roots of the big Apple, to-day! .”
Patryck Soubielle, Garage Band Revisited magazine (France) (2008).
———————————————————————————————
“USA, California, lugar de donde Bob y compañía llegan con un cd que rescata, como el mismo dice, las raíces del rock de los 60´s mezclado con el psychobilly, aunque en lo personal para caer en las etiquetas le llamaría “psycho-blues” , música tranquila para escuchar y viajar entre sus letras llenas de locura, asesinatos, huesos y decadencia moral, esta placa contiene 15 temas grabados en vivo y algunos otros solamente con una consola de kct, dándole aun mas ese ambiente de antigüedad y sonido claro sin perder detalle de lo que hace este recomendado ¿cantautor?.”
Beneficio Interno blog (Spain)
———————————————————————————————
Rauwer dan rauw, primitiever dan promitief
The Bare Bones staan wel op het hoesje, maar ze doen niet mee. Omdat het solo nog minimalistischer en rammelender kan voor Bob Urh, de man die zijn muzikale verkenningen begint waar The Castanets en Bonnie ‘Prince’ Billy afhaken. Werkelijk geen noot wordt recht gespeeld op Swamp O Delic. En al die schots en scheve muziek wordt dan ook nog eens afgedekt onder een dikke laag ruis.
Maar luister er vooral vaak naar, want dan blijkt wat eerst lachwekkend amateuristisch leek, van een ongekende desolate schoonheid te zijn.
Bob Urh heeft de blues als geen ander en de volkomen ontredderde staat van zijn ziel kan alleen worden gevangen in volkomen ontredderde muziek. Urh kan ‘There She Is’ and ‘Ramblin’ Man’ niet beter spelen en zingen, omdat hij te veel verteerd wordt door zielenpijn. In ‘Dark Punk Maya’ en ‘The Bones Walk’ is het dan weer alsof het lijk van Lux Interior uit zijn graf is herrezen om nog een paar vuige stukken voodooblues te spelen, voor zover als zijn reeds rottende vingers het toelaten.
Toegegeven: toegankelijk is anders. Maar wie zijn muziek graag zo rauw en primitief mogelijk geserveerd krijgt, kan niet om Swamp O Delic heen.